‘Allemaal naar Umbrië’, kopte het Volkskrant Magazine afgelopen zaterdag 1 juli bij een artikel van Jarl van der Ploeg. Hij bezocht de vallei de Valnerina in Umbrië en roemt de ongereptheid, de eindeloze varianten groen in de heuvels, het slingerende riviertje de Nera, de wandelpaden en de benedictijner kloosters waar je kunt overnachten. En hij noemt de leegloop door migratie, werkloosheid en aardbevingen. Wat een heerlijk artikel! Ik woon nu al twaalf jaar een deel van het jaar in één van de door de aardbeving getroffen dorpjes vlakbij Norcia. Wat fijn om dit artikel te lezen. Het verhaalt aanstekelijk over de kwaliteiten van het gebied en spoort aan om juist dit jaar wel naar Umbrië te gaan.
‘Kom ons alsjeblieft bezoeken. Umbrië heeft u nodig’, zegt mijn dorpsgenoot Roberto Canali in hetzelfde artikel. ‘Umbrië heeft meer last van de angst voor aardbevingen dan van de aardbevingen zelf.’ Terwijl maar een klein deel van Umbrië is getroffen, blijven veel bezoekers dit jaar weg. Daardoor is de economische schade enorm voor de vele mensen in de streek die leven van het toerisme. En je mist iets als vakantieganger. Want behalve de in het artikel geroemde kwaliteiten van het gebied, is er nog een onverwoestbare kwaliteit: de levenskunst, veerkracht en gastvrijheid van de bewoners. Ze staan te popelen om het dagelijks leven weer op te pakken en gasten te ontvangen. Zelf organiseer ik al jaren gastronomische reizen en bezinningsreizen in Umbrië. Ik verheug me enorm op de najaarsreizen van dit jaar. Juist nu – een jaar na de aardbeving – is het heel bijzonder om de kwaliteiten van Umbrië en zijn bewoners met Nederlandse gasten te delen.
De levenskunst is aanstekelijk net als het bereiden en genieten van de pure gastronomie. Van oudsher zijn de bewoners jagers en verzamelaars. Norcia is beroemd om zijn zwarte truffels, hammen en zwijnenworstjes. Castelluccio om zijn spelt, linzen en schapenkazen. Je vindt er dan ook de heerlijkste ingrediënten voor een picknick in de bergen of een maaltijd aan tafel van een eenvoudige trattoria en een sterrenrestaurant. We wijden er dit najaar een reis aan: Het goede leven proeven in Umbrië. Zeven dagen genieten van Umbrische wijn en spijs. Wandelen in de heuvels met bewoners op zoek naar truffels en paddenstoelen, een gesprek met een kluizenaar die bijen houdt, ons verdiepen in het proces van het wijn maken van de wijngaard tot de fles in Montefalco, een handje helpen met de olijvenoogst en samen met een chef een ochtend de keuken in om een lunch te bereiden. Juist in het contact met de mensen raken we thuis in de pure Umbrische keuken en wijnkelder en krijgen oog voor smaak en de bereiding van smaakvolle gerechten. Het is echt een gastronomische reis voor nieuwsgierige fijnproevers. En passant ervaren we de schoonheid van de landschappen, de middeleeuwse stadjes met achter sobere kerkfaçades de prachtigste fresco’s en de betekenisvolle verhalen en de veerkracht van de bewoners.
Jarl eindigt zijn artikel met een waarschuwing aan vakantiegangers richting dit deel van Italië: ‘Maakt u zich niet te druk over aardbevingen. Het echte gevaar is dat het verschil tussen een leven in deze heuvels en uw dagelijkse bestaan in Zeewolde, Zwanenburg of Schiedam zo groot is, dat een toerist onmogelijk welgemoed huiswaarts kan keren. Want wie wil er op maandagochtend weer door zijn met verkeersdrempels en rotondes beklede woonwijk rijden, terwijl hij weet: even verderop ligt Umbrië?’
Allemaal naar Umbrië dus om op adem te komen en het goede leven te proeven. Niet alleen om zo zelf op adem te komen en weer te beseffen wat het goede leven inhoudt, maar ook om de bewoners te bemoedigen en te steunen. Want juist in de ogen van verraste bezoekers beseffen we iedere keer weer de bijzondere waarde van onze ongerepte vallei.
Het goede leven proeven in Umbrië / 15 – 21 oktober 2017
De reis gaat zeker door, er is nog plaats!